Thema: Reizen
Doelgroep: Onderbouw
Liedje: Ik heb een tante in Marokko
En m'n tante uit Marokko als ze komt - hiep hoi
en m'n tante uit Marokko als ze komt - hiep hoi
en m'n tante uit Marokko, m'n tante uit Marokko
m'n tante uit Marokko als ze komt - hiep hoi.
Zing ik ajaj jippie jippie jee - hiep hoi
zing ik ajaj jippie jippie jee - hiep hoi
zing ik ajaj jippie, ajaj jippie
ajaj jippie jippie jee - hiep hoi!
En ze rijdt op twee kamelen als ze komt - hobbel hobbel
en ze rijdt op twee kamelen als ze komt - hobbel hobbel
en ze rijdt op twee kamelen ze rijdt op twee kamelen
ze rijdt op twee kamelen als ze komt - hobbel hobbel.
Zing ik ajaj jippie jippie jee - hiep hoi
zing ik ajaj jippie jippie jee - hiep hoi
zing ik ajaj jippie, ajaj jippie
ajaj jippie jippie jee - hiep hoi, hobbel hobbel!
En we drinken coca cola als ze komt - blub blub
en we drinken coca cola als ze komt - blub blub
en we drinken coca cola, we drinken coca cola
we drinken coca cola als ze komt - blub blub.
Zing ik ajaj jippie jippie jee - hiep hoi
zing ik ajaj jippie jippie jee - hiep hoi
zing ik ajaj jippie, ajaj jippie
ajaj jippie jippie jee - hiep hoi, hobbel hobbel, blub blub!
En we zingen bij het kampvuur als ze komt - hiep hoi
en we zingen bij het kampvuur als ze komt - hiep hoi
en we zingen bij het kampvuur, we zingen bij het kampvuur
we zingen bij het kampvuur als ze komt - hiep hoi.
Zing ik ajaj jippie jippie jee - hiep hoi
zing ik ajaj jippie jippie jee - hiep hoi
zing ik ajaj jippie, aja jippie
ajaj jippie jippie jee - hiep hoi, hobbel hobbel, blub blub, hiep hoi!
En dan gaat ze met een treintje weer naar huis - tuut tuut
en dan gaat ze met een treintje weer naar huis - tuut tuut
en dan gaat ze met een treintje, dan gaat ze met een treintje
dan gaat ze met een treintje weer naar huis - tuut tuut.
Zing ik ajaj jippie jippie jee - hiep hoi
zing ik ajaj jippie jippie jee - hiep hoi
zing ik ajaj jippie, ajaj jippie
ajaj jippie jippie jee - hiep hoi, hobbel hobbel, blub blub, hiep hoi, tuut tuut!
Opdracht:
Je legt aan het begin van de muziekles uit wat een refrein is en wat een couplet is. Je vertelt de kinderen om heel goed te luisteren. Je zingt het liedje een keer voor. Je vraagt of de leerlingen het refrein en de coupletten al herkennen. Je zingt het liedje nog een keer. Je gaat nu samen met de leerlingen het liedje noteren in coupletten refreinen. Een stip is voor een refrein en een strook is voor een couplet. Je zingt het liedje voor en de leerlingen leggen het neer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten