Ontwikkelingfasen en Procesfasen
Ontwikkelingsfasen
Favoritisme
Je vindt een beeld mooi, omdat het past in jou wereld. Je beleeft de wereld op je eigen manier en daardoor vindt je andere dingen mooi dan andere mensen.
Ambachtelijk
Je richt je op het schematisch realisme. Je vindt een beeld mooi, als het onderwerp van het kunstobject je aanspreekt. In deze fase kun je de abstracte kunst benoemen en er mee leven. Je vindt een beeldt goed als het een werkelijke indruk geeft.
Expressiviteit
Je gaat met je hart kijken naar een beeld. Het kan je op dit punt gaan raken. Het beeld geeft je een gevoel.
Formalisme
Je bent bewust dat er een betekenis zit achter het beeld. Je gaat hier naar op zoek. Je kunt benoemen welke dingen iets betekenen. En je kunt je mening delen met andere.
Open mind
Je beseft dat een beeld bij iedereen verschillende dingen kan oproepen. Je oordeel krijgt op dit punt een meer sociaal en moreel karakter.
Procesfasen
Receptief
Beelden gaan beleven, beschouwen en bespreken.
Productief
Ze gaan nu zelf een beeld maken met inspiratie uit de receptieve fase.
Reflectief
Het beeld dat ze zelf gemaakt hebben. Gaan de leerlingen nu beleven, beschouwen en bespreken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten